Na een lange nacht word ik op donderdag 24 juni (ik ben dan 38+4) met een glimlach op mijn gezicht wakker, want ook al voel ik nog niks rommelen ik weet het meteen: vandaag ga ik bevallen. Dus trommel ik Joch nog één keer op om een foto te maken van mijn buik. Boek een floatsessie, omdat stilzitten niet meer lukt en bel mijn moeder onderweg. Ze neemt meteen op (as always) – ‘Hi schatje, ik heb over je gedroomd. Dat je ging bevallen vandaag.’ ‘Oo mam! Ik denk het ook!’ gil ik al fietsend door de telefoon. ‘Oo echt, oo schatje bel me gelijk als je iets voelt.’ Mijn glimlach is inmiddels van oor tot oor en om dat nog wat kracht bij te zetten besluit ik onze huwelijks afspeellijst heel hard aan te zetten.
11.20 uur. Ik stap uit de float waar ik een uur in heb gelegen. In dat uur telde ik precies 10 “krampjes” en aangezien ik bij Miki niet doorhad dat het al begonnen was besluit ik mijn verloskundige direct te bellen. Uitgelaten gil ik dat ik 10 krampjes voel in een uur en weer niet weet of het nu weeën zijn of niet. ‘Je gaat het dit keer echt wel voelen. Als het niet intenser wordt zijn het gewoon voorweeën. Dus ik zie je vanmiddag om 15 uur voor onze afspraak, toch?’ ‘Ja, dat klopt. Nou tot dan.’ Een beetje teleurgesteld volg ik haar advies op en doe ik niet alsof ik aan het bevallen ben.
13.10 uur. ‘Een nieuwe laptop is dus goedkoper dan je oude vervangen’ hoor ik een jonge Apple medewerker zeggen. Zonder antwoord te geven bel ik Joch: ‘Schat, je moet komen. Sta nu in de Apple Store, maar weet niet wat ik moet doen.’ Mijn concentratie is helemaal weg. Ik heb het idee dat ik zweef. Gelukkig komt hij meteen en terwijl ik leunend tegen een tafel sta te wachten rekent hij af.
Het gaat weer als ik buiten kom en samen fietsen we naar de Amsterdamse Montessori voorschool voor een kennismakingsgesprek. We zitten op 2 houten kinderstoeltjes en ik doe mijn uiterste best iets te op te slaan van wat Miki’s nieuwe juf me verteld. De “krampjes” zijn er ook nog steeds, maar niet intenser. Anders kon ik hier niet zo zitten en kletsen met Miki’s nieuwe juf, toch?
Omdat het nog geen 15 uur is en mijn honger onstilbaar, belanden we bij een juicebar waar Joch de allergrootste avocado-noten vanille shake besteld. ‘Wat denk je, kan ik vanavond nog naar Koen?’ vraagt hij. Ik twijfel. Ik gun het hem ernom, maar mijn gevoel zegt dat ik hem nodig heb. ‘Nou ik denk het niet, schat. Ik deze staat kan ik niet voor Miki zorgen. Sorry.’ Joch pakt direct zijn telefoon en zegt zijn etentje af. ‘Dit voelt beter zo, schat – moet echt even liggen zo’, zeg ik nog.
Uitgelaten en zenuwachtig stappen we om 15u eindelijk bij de verloskundige binnen. Ze kijkt naar de tas met de laptop en vraagt verbaasd wat ik vandaag allemaal gedaan heb, nadat we elkaar gesproken hebben. Als ik mijn dag vertel en dat ik denk dat het begonnen is, zegt ze dat ik maar lekker naar huis moet gaan en een badje moet nemen om even te ontspannen. We maken een nieuwe afspraak voor 1 juli en stappen op de fiets. Zou het dan toch nog even duren?
‘Zullen we door het Vondelpark terugfietsen’ vraagt Joch. ‘Euhmm, nou doe maar de kortste weg en praat maar even niet meer.’ Terwijl ik Joch volg kijk ik hem verwachtingsvol aan en grap ‘Kijk ons nou fietsen hier over het Museumplein. Wee-tje hier, wee-tje daar.’ Hij kijkt me lachend aan ‘Wat ben jij toch een topper!’ En zonder verder nog iets te zeggen fietsen we achter elkaar naar huis.
16.29 uur. Terwijl het bad volloopt ben ik met van alles in de weer. Stilzitten lukt nu echt niet meer en opruimen lijkt heel erg belangrijk. Tot ineens mijn vliezen breken midden in de gang. ‘Schat!’ gil ik, ‘bel de verloskundige en mama. Het is nu echt begonnen!’ Tranen rollen over mijn wangen van geluk.
‘Schuif de bank aan de kant, blaas het bevalbad op en bak aub wat poffertjes.’ (Ja, I know, poffertjes!) Met zweet op zijn voorhoofd verbouwd Joch de hele woonkamer en komt er dan achter dat we een opzet stukje missen om het bad vol te laten lopen. ‘Kan ik nog even naar de Praxis denk je?’
18.05 uur. Joch komt terug van de Praxis. Ik bel nog even met mijn zus, eet de poffertjes en knuffel mijn dochter. Dan komt mama binnen. Ze besluit met Miki frietjes te gaan eten op het terras.
Nadat het hele huis verbouwd is en de rust terugkeert, ga ik liggen op de bank en val in diepe slaap. 20 minuten, aldus Joch. Wanneer ik wakker word is alles anders. Dit zijn weeën. 100%. Maar wat voel het anders dan bij Miki. De verloskundige is inmiddels aangekomen. ‘Volgens mij ben je al zover’ zegt ze. Ondanks dat ik het idee heb dat de persweeën gestart zijn wil ik toch nog even voelen…
Wanneer ik mijn vingers naar binnen breng word ik verrast. Ik heb het idee de navelstreng te voelen, want een hoofdje – zo herinner ik me nog heel goed van Miki! – voelt zo anders aan. Dit is de eerste keer dat de verloskundige me aanraakt. Ze voelt en zegt dat het niet de navelstreng is, maar een vochtblaas op het hoofdje. En dus stap ik vastbesloten het bad in.
Het water is lekker warm. Wat ervoor zorgt dat ik ontspan. Maar de weeën zijn sterk. Oersterk. Heb ik Miki’s bevalling dan zo geromantiseerd? Ik kan me gewoon niet herinneren dat het zoveel pijn deed. Ik weet dat ik in contact moet blijven met ons kindje en mijn adem. Wil Joch heel dichtbij me. Mijn moeder staat naast het bad. De wierook brandt en er ligt een rozenkwarts vlakbij me. Het licht is zacht. Deze magische mix zorgt ervoor dat ik me kan verbinden met mijn oerkracht. Ik keer helemaal naar binnen. Maak contact met de kleine ‘wij kunnen dit’ en begin te persen. Zo voel ik dat hij (ik zeg vanaf hier even “hij”, dat wisten we op dit moment natuurlijk nog niet zeker. Althans het was niet bevestigd, maar ik wist het 100% zeker) bij elke wee iets lager zakt. Het zijn er misschien 3 of 5. En dan begint het… de spannendste 4 minuten uit mijn leven.
19.35 uur. Hurkend in het water met Joch zijn armen nog steeds om me heen, voel ik ons kindje naar buiten glijden. Met mijn handen voel ik het als eerste: er klopt iets niet. Wanneer ik kijk zie ik een lijfje. Billetjes, beentjes, armpjes, maar geen hoofdje. Ik kijk onze verloskundige met een angstige blik aan ‘Hij ligt in stuit!!’ Er ontstaat paniek ‘bel 112, NU, er moet een gynaecoloog mee!!’ hoor ik door de kamer. Ik leun naar voren en zie tussen mijn benen ons kindje. Slap, blauw. Hij zit vast.
Joch komt voor me staan. Ik kijk naar hem. Ik ben bang. Heel bang. Een seconde heb ik de gedachte dat ik hem kwijt ga raken. Maar dan verbind ik mezelf weer met hem en gil ‘Wat kan ik doen? Knip me helemaal open!’ Maar dat gaat niet. Hij zit vast achter mijn schaambeen. Ik laat alle commotie en verhalen op de achtergrond verdwijnen. Kijk Joch recht aan – ‘Jij kunt dit, schatje. Blijf ademen’ zegt hij. Tussen mijn benen door zie ik dat mijn moeder ons kindje vast heeft. Ik adem en pers (zonder weeën! Die zijn namelijk gestopt). Er is geen andere optie. Ik blijf persen, zo hard als ik kan. Alles intuitief, want op dat moment weet ik niks van stuitbevallingen af (thank God!). Hierdoor blijf ik verbonden en raak ik niet in paniek. Ik blijf kalm, want ik weet – het is nu of nooit. Nu moet ik het doen. Wij moeten het doen. En dan ineens, na 4 minuten (wat uren leken!), heeft de verloskundige ons kindje in haar handen.
19.39 uur. Gelijk legt ze hem op mijn buik. Hij ademt niet. Ik voel dat ik helemaal ineen krimp en krijg een steek in mijn maag. Al wrijvend over het ruggetje praat ik tegen hem ‘Ik heb je, ik hou zoveel van je, kom maar, ik ga zo goed voor je zorgen’ en dan komt het verlossende ‘Pffff’. Dit ene geluidje voel ik door mijn hele lichaam. Het is alsof ik opstijg. Tranen en kreten van opluchting. En in dit moment voel ik – ‘ALLES is goed’.
De chaos maakt nu langzaam plaats voor liefde. Al staat er nog wel een ding te gebeuren: de placenta. Of ik al naweeën heb wordt er gevraagd. ‘Euhm niet echt’ zeg ik vrij onverschillig. Toch moet het gebeuren en dus probeer ik mijn focus te verleggen. Tot Joch uit het niets de placenta met 1 hand uit het water vist ‘zoeken we dit?’ vraagt hij opgelucht lachend. Nu zet iedereen het op een lachen. Heel hard. Wat een heerlijk geluid.
En ondanks dat we besloten hadden de naam rustig te kiezen als onze zoon of dochter geboren zou zijn roep ik zonder twijfel door de kamer: Hij heet Moos (de verlosser).
Ik sla alle verzoeken om mee naar het ziekenhuis te gaan af. Intuïtief voel ik namelijk dat echt alles goed is met hem en met mij. Nu nog de ambulance in om naar een bedrijvig en licht ziekenhuis te rijden voelt niet als de juiste next step. Het was allemaal al pittig genoeg voor hem. Voor ons. Ik wil thuis zijn. In bed met mijn geliefde om me heen.
Als het duidelijk is dat ik niet mee te krijgen ben, sluiten we een compromis: De verloskundige belt met de kinderarts en zal wat onderzoekjes doen. Gewoon hier thuis op bed. Als die goed zijn hoeven we niet te gaan. Zo zie ik vanaf mijn eigen warme bedje hoe ze op het voeteneinde onze zoon onderzoekt. Hij slaagt in alle testjes…en ik krijg hem direct weer in mijn armen.
Tranen blijven stromen. We did it. Een onverwachte stuitbevalling thuis in bad. We did it. Alles is goed. We did it. Het is alsof de hele menselijke ervaring verpakt is in dit ene moment. Vreugde en rouw vermengd met tranen. Op de achtergrond staat nog steeds mijn birthing list aan en hoewel ik er tijdens de uitdrijving weinig van gehoord heb, word ik diep in mijn hart geraakt als Joch het volume hoger zet en de ‘Power of Love’ (Alexia Chellun) ons hele huis vult.
Foto’s door Esther Eva
0 Reacties op "Stuitverrassing (‘the power of love’)"