Hoe kunnen bevallingstrauma’s worden voorkomen?

Anna Myrte
  | 
4 juni 2018

Artikel in het VAKBLAD VOOR NATUURLIJKE & INTEGRALE GEZONDHEIDSZORG, 6/2017  â†“

Een bevalling is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in een vrouwenleven. Het kan een zeer bekrachtigende ervaring zijn, maar het tegenovergestelde kan helaas ook gebeuren. Er komt steeds meer aandacht voor de invloed van een negatieve bevallingservaring op de periode na de geboorte. Veel vrouwen hebben door hun bevalling te kampen met posttraumatische stressklachten, postpartum depressies en fysieke klachten. Tijdens het Geboortenis-symposium ‘Born to Be ’, werd een antwoord gezocht op de vraag hoe deze klachten kunnen worden voorkomen.

Mariëlle van Pampus, gynaecoloog in het OLVG in Amsterdam, begon de dag met een bespreking van de resultaten uit verschillende recente studies. Deze informatie geeft een goed beeld van de huidige problematiek en de mogelijke oplossingen. 6 tot 10 procent van de vrouwen heeft extreme angst voor de geboorte van haar kind. En 1 tot 3 procent krijgt na de bevalling te maken met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het aantal vrouwen dat de bevalling zelf als traumatisch ervaart ligt nog hoger, namelijk tussen de 9 en 44 procent. De gevolgen van een traumatische bevallingservaring hebben invloed op verschillende terreinen van het persoonlijk leven: op de partnerrelatie, op het hechtingsproces tussen moeder en kind, op het natuurlijke lichaamsherstel en op de beslissing om nog meer kinderen te krijgen. Veel vrouwen die een traumatische bevalling achter de rug hebben, hebben angst voor een volgende geboorte. Deze angst oefent veel invloed uit op de beleving van een volgende zwangerschap. Het is daarom van belang om een PTSS tijdig te behandelen. Hiervoor raadt de gynaecoloog EMDR en op trauma gerichte cognitieve gedragstherapie aan.

Belangrijker nog dan het behandelen van een bevallingstrauma, is het voorkomen ervan. Hiervoor is het noodzakelijk dat deze problematiek ook door zorgverleners wordt erkend. En bij vrouwen moet het taboe worden doorbroken door hun verhaal te vertellen, zoals dat recentelijk gebeurde bij de ‘Genoeg Gezwegen’-actie van de Geboortebeweging waaraan in de media veel aandacht werd besteed.

Recentelijk is in Nederland de TEACH-studie uitgevoerd, die staat voor traumatic experiences associated with childbirth. Met deze studie wilde men achterhalen welke factoren ervoor zorgen dat een bevalling als traumatisch werd ervaren en hoe dit voorkomen zou kunnen worden. Via Facebook werd een oproep gedaan en binnen twee weken hadden meer dan 2000 vrouwen gereageerd. Het onderwerp leeft dus bij veel vrouwen.

Op een vragenlijst konden verschillende mogelijke oorzaken voor de traumatische bevallingservaring worden aangevinkt. 54,6 procent van de ondervraagde vrouwen antwoordde dat zij de bevalling als traumatisch ervoeren door gebrek aan of verlies van controle. Dit antwoord werd opvallend genoeg nog vaker gekozen dan ‘angst voor de gezondheid van de baby’ (49,9 procent) en ‘pijn’ (47,4 procent). Op de vierde plaats staat ‘gebrek aan goede communicatie/uitleg’ (43,7 procent).

Een van de overige vragen was wat zorgverleners anders hadden kunnen doen om de traumatische ervaring te voorkomen. ‘Goede communicatie en uitleggen wat er gedaan wordt’, staat bovenaan (39,1 procent) en vlak daaronder staat ‘naar mij luisteren’ (36,9 procent). Op de derde plaats volgt ‘me emotioneel/praktisch steunen’ (29,8 procent) en op de vierde plaats ‘eerder bepaalde acties/interventies doen’ (24,7 procent). Het opvallendste resultaat kwam uit de antwoorden op de vraag wat de vrouw zelf had kunnen doen om het trauma te voorkomen. Het merendeel antwoordde ‘niks’ (37 procent)!

Dit onderzoek laat onder meer zien dat niet het medische handelen op zich, maar het verlies van controle en gebrek aan communicatie met de zorgverlener voor de nare ervaring zorgde. Er ligt hier een grote verantwoordelijkheid bij de zorgverleners. Als die ervoor kunnen zorgen dat de vrouw het gevoel van controle behoudt en ze zich ook in emotioneel opzicht gesteund voelt, dan kan dat aanzienlijke winst opleveren. Uit onderzoek blijkt dat de resultaten van de bevalling beter zijn als vrouwen betrokken worden bij de (medische) keuzes: minder keizersneden, minder gebruik van pijnstilling, korter durende bevalling en er wordt met meer tevredenheid op teruggekeken.

Een aantal risicofactoren vergroot de kans op een traumatische geboorte-ervaring bij een eerste kind. Dat zijn factoren die met de geschiedenis en de psychosociale omstandigheden van de zwangere te maken hebben. Wanneer iemand last heeft gehad van depressies of seksueel misbruikt is, neemt de kans op trauma toe. Ook zijn een lage economische status, lage eigenwaarde, weinig (ervaren) steun van de partner en het sociale netwerk en beperkte vaardigheden om met stress om te gaan van invloed op de uiteindelijke ervaring van de bevalling. Bij volgende zwangerschappen speelt uiteraard ook de ervaring van de eerste bevalling een belangrijke rol. Risicofactoren voor het ontstaan van een (nieuw) trauma zijn een eerdere traumatische bevalervaring, posttraumatische stressklachten na de bevalling en een spoedkeizersnede of een bevalling met vacuümpomp of tang.

Mariëlle van Pampus pleit voor een ‘active management van de angst voor bevallen’ met als doelen: vermindering van angst, vertrouwen kweken in de komende bevalling, verwerking van de vorige traumatische bevallingservaring en vermindering van het aantal geplande keizersneden. Een eerste vereiste voor het bereiken van deze doelen is dat de zwangere vrouw realistische verwachting heeft. Volgens de gynaecoloog is het van belang dat zwangere vrouwen geïnformeerd worden over de mogelijke medische ingrepen tijdens een bevalling. In de pauze vraag ik haar of dat niet juist voor meer angst kan zorgen. Is het niet beter om vrouwen te leren hoe ze meer op hun lichaam kunnen vertrouwen en het geboorteproces kunnen ondersteunen, zodat een gemedicaliseerde bevalling voorkomen kan worden? Mariëlle is van mening dat het wel goed is om zwangere vrouwen bij voorbaat te informeren over medische interventies, gezien het hoge aantal geplande thuisbevallingen dat alsnog uitloopt op een ziekenhuisbevalling. Ten tweede is het zaak dat zorgverleners tijdens de bevalling zorgen voor een sfeer van veiligheid, empathie en open communicatie. Het is van groot belang dat de bevallende vrouw zich gesteund voelt, ze niet te lang alleen wordt gelaten, ze betrokken wordt bij beslissingen en ze duidelijk geïnformeerd is over wat zorgverleners doen.

De volgende spreker, de 87-jarige Franse chirurg en schrijver Michel Odent, is een belangrijke autoriteit binnen de internationale geboortebeweging. Hij maakte naam doordat hij in het ziekenhuis bevalbaden en ‘geboortekamers met een thuisgevoel’ introduceerde. Ook publiceerde hij de eerste wetenschappelijke artikelen over borstvoeding direct na de geboorte en het gebruik van bevalbaden.

Volgens Michel Odent verloopt een geboorte optimaal als het natuurlijke geboorteproces maximaal gefaciliteerd wordt. De grootste saboteur van het geboorteproces is een actieve neocortex (het deel van de hersenen dat informatie geeft over ruimte en tijd en dat communicatie mogelijk maakt). Michel Odent spreekt over ‘neocortical inhibition’, het verschijnsel dat lichaamsfuncties worden belemmerd door neocorticale activiteit: ‘Het  reukzintuig van mensen is erg zwak vergeleken met andere zoogdieren. Als je bijvoorbeeld een glas wijn hebt gedronken, ruik je beter, omdat de neocorticale controle minder wordt. En een pasgeboren baby kan perfect zwemmen, hij houdt de ogen open, heeft geen paniek en gaat naar een plek waar hij zich vast kan houden. Na een paar weken of maanden verliest hij deze vaardigheid, door de ontwikkeling van de neocortex. Ook tijdens de seks kan de neocortex interfereren met de fysieke ervaring. Stel je maar voor wat de invloed op het liefdesspel is als een van de partners tijdens de seks vraagt wat ze vanavond zullen eten….

Hetzelfde geldt voor het geboorteproces. Tijdens de bevalling neemt de lichaamsintelligentie het over en werkt de denkende geest alleen maar belemmerend. Om te zorgen voor een optimale hormoonhuishouding waarin de bevalhormonen rijkelijk stromen en het lichaam vanzelf haar werk kan doen, is het goed de neocortex uit te schakelen en uitgeschakeld te houden. De neocortex wordt gestimuleerd door taal, licht, je geobserveerd voelen en je onveilig voelen. Een vrouw moet dus bevallen in een rustige, donkere omgeving waarin ze ongegeneerd haar eigen gang kan gaan en waarin ze zich helemaal op haar gemak voelt. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgverlener om te zorgen voor deze omstandigheden, zodat de vrouw maximaal beschermd wordt tegen stimulering van de neocortex. Door het natuurlijk geboorteproces volledig de kans te geven, zorg je ook voor een positieve bevalervaring en dus voor het voorkomen van trauma.

Ook de Amerikaanse Debra Pascali-Bonaro, maakster van de film Orgasmic Birth en schrijfster van het gelijknamige boek (in het Nederlands ‘Genieten van je Bevalling’) benadrukt in haar lezing het belang van privacy en een goede sfeer tijdens de bevalling. ‘The energy that gets the baby in, gets the baby out’, zegt Debra. Tijdens seks en geboorte zijn dezelfde hormonen werkzaam. De hormonen die een orgasme blokkeren, blokkeren ook de geboorte. Het is dus van belang om voor maximale privacy te zorgen, zodat een vrouw zich werkelijk niet geobserveerd voelt. Voor de optimale productie van het beval- (en seks)hormoon oxytocine raadt zij aan om tijdens de bevalling te kussen, aangeraakt te worden, vrij te bewegen, oogcontact te hebben met mensen die je liefhebt, de tepels te (laten) stimuleren of zelfs te masturberen. Debra laat foto’s zien van barende vrouwen en zegt: ‘Als je alleen naar de gezichten kijkt, weet je niet of de vrouw een baby aan het maken of aan het baren is. Seks en geboorte liggen heel dicht tegen elkaar aan.’

In de lezing van ayurvedisch masseuse Marjan de Jong-van Rosmalen, wordt er ten slotte aandacht besteed aan de postpartumperiode zelf. Volgens de therapeut is er veel te weinig zorg voor vrouwen in de periode na de geboorte, terwijl het juist zo belangrijk is dat een vrouw goed op krachten komt: ‘Je kan alleen iets aan je kind geven, als je het zelf hebt’.  Volgens Marjan bestaan er bijna geen postnatale depressies in culturen waar men de tijd neemt om te herstellen, zoals in Haïti, India en Indonesië. Als de moeder in de kraamtijd wordt bemoederd, heeft ze de energie om zich met haar kind te verbinden. Goed voedsel, massage, kruiden en yoga kunnen daarbij helpen.

De kraamtijd staat in het teken van het beperken van de vata, een van de drie dosha’s, of karaktertypen van ayurveda, die staat voor wind en beweging. Vata wordt ingeperkt door olie en warmte: massages tijdens de kraamperiode zijn daarom zeer heilzaam. Ook na medisch ingrijpen kan massage een vrouw helpen om de verbinding met het lichaam te herstellen. Marjan vertelt dat ze een moeder masseerde die een spoedkeizersnede had gehad. Door de massage kwam ze erachter dat ze sinds de geboorte bang was geweest om haar lichaam te voelen. Nu kon het herstelproces eindelijk beginnen!

Tot slot een paar tips van Marjan voor de voorbereiding op de kraamtijd: net zoals je een geboorteplan maakt kun je ook een kraamplan maken, zorg voor een mealtrain (een lijst waarop buren, vrienden en familie kunnen intekenen om maaltijden voor je gezin te verzorgen), leg bezoektijden vast en perk ze in, en zorg ervoor dat je koelkast vol zit. En het belangrijkste: onthoud dat je even teer bent als je baby en zorg dus heel goed voor jezelf

Meer informatie: www.geboortenis.nl

 

Artikel uit de categorie:
in de media

0 Reacties op "Hoe kunnen bevallingstrauma's worden voorkomen?"

Geef een reactie op dit artikel

© 2024 Vrije Geboorte