15 redenen om je kindje te dragen

1. Je hebt je handen vrij. Ook als je baby gedurende langere tijd je aandacht vraagt.

2. Baby’s die regelmatig (minstens twee uur per dag) gedragen worden, ontwikkelen geen verlatingsangst en huilen minder. Huilen is vermoeiend voor zowel de ouders als de baby en kan op den duur zelfs schadelijk zijn omdat de ontwikkelende hersenen voortdurend overspoeld worden door stresshormonen. (Dit geldt vooral voor gevallen waarin het kindje niet wordt getroost). 

3. Door de voortdurende beweging verbeteren de doorbloeding en de spijsvertering. Ook wordt het buikje van de baby door het lopen gemasseerd. Hierdoor hebben baby’s die in de draagdoek worden gedragen minder last van darmkrampen.

4. Je kunt je baby overal mee naartoe nemen, ook op plekken waar je met een kinderwagen moeilijk langs komt, zoals trappen of in de natuur. Daarbij loop je bij drukte niemand voor de voeten.

5. De motorische ontwikkeling van je kindje wordt gestimuleerd door je bewegingen . Verder ontwikkelt het evenwichtsgevoel zich sneller en beter dan bij baby’s die het grootste deel van de dag plat op hun rug liggen. 

6. Uit onderzoek blijkt dat premature baby’s die veel worden vastgehouden en aangeraakt sneller aankomen en gezonder zijn dan baby’s bij wie dat niet gebeurt. 

7. Het is gezond om je baby te dragen. Een wandeling met je kindje in de draagdoek is een goede lichamelijke oefening. Onderzoek heeft aangetoond dat het dragen van je kind zorgt voor een betere houding en een goede ontwikkeling van de rugspieren.

8. Het kindje wordt betrokken bij je dagelijkse bezigheden en ervaart de veiligheid van fysiek contact met zijn vader of moeder wanneer anderen / vreemden contact met hem maken. Het kan meekijken met alles wat er gebeurt en daarvan leren. Baby’s die veel worden gedragen zijn dan ook visueel en auditief alerter.

9. Ook voor peuters kan het erg rustgevend zijn om in de doek gedragen te worden. Peuters ontdekken de wereld met volle teugen. De draagdoek kan hierbij zorgen voor een basis van zekerheid en veiligheid.

10. De borstvoeding wordt gestimuleerd door het dragen van je kindje: Door het voortdurende fysieke contact met je baby, maak je meer prolactine aan, het hormoon dat de melkproductie reguleert. Verder kun je je kindje (als je daar enige handigheid in ontwikkelt) ook voeden als het in de draagdoek zit. Dat is niet alleen handig, het is ook een discrete manier van voeden. Ten slotte heb je het meteen door als je kindje honger krijgt.

11. Rechtop dragen in de zogenaamde ‘kikkerhouding’ (met de knietjes goed gebogen en hoog opgetrokken en de beentjes gespreid) is anatomisch gezien een gunstige houding voor een pasgeboren baby (en ook voor grotere baby’s). Bij pasgeborenen zijn de heupgewrichten nog volop in ontwikkeling, deze houding is het minst belastend voor het kind. Door rechtop dragen wordt daarbij de stabiliteit van het hoofdje en de romp vergroot. 

12. De tastzin en het lichaamsbewustzijn worden aangesproken door je bewegingen, door het contact met het ritme van je ademhaling en het geluid van je hartslag.  

13. Door je baby dichtbij je te dragen kun je makkelijk met hem communiceren. Je leert zijn gezichtsuitdrukkingen en gebaren te herkennen. Zo heb je al door wat je kindje wil voordat het begint te huilen. Dat zorgt er weer voor dat je kindje zich veiliger voelt en dat zijn vertrouwen wordt vergroot. Zo ontstaat er een positieve interactie tussen ouder en kind die bevorderlijk is voor de wederzijdse hechting. 

14. Baby’s die vaak gedragen worden zijn vaker in een toestand van ‘quiet alertness’. Een staat waarin de baby tegelijk rustig en alert is; de meest gunstige toestand om te leren. 

15. Een draagdoek is veel goedkoper dan een kinderwagen en makkelijk mee te nemen.